Participatie: in gesprek met buren en omgeving

Bent u bezig met een bouwplan? Bespreek dit dan op tijd met uw buren en met andere mensen in de buurt. Zeker als het een plan is met veel invloed op de omgeving. Het gaat dan om een plan dat niet past in het huidige bestemmings- of omgevingsplan. Denk bijvoorbeeld aan de uitbreiding van uw bedrijf.

Meer draagvlak, minder kans op procedures

Door al vroeg in gesprek te gaan met de buurt, weet u wat mensen vinden van uw plan. En of er misschien zorgen of bezwaren zijn. Juist in een vroeg stadium kunt u misschien nog zaken aanpassen. Zo zorgt u voor meer draagvlak voor uw plan. De kans op lange bezwaarprocedures is dan een stuk kleiner. We geven u graag een aantal tips om het gesprek aan te gaan met de omgeving. Participatie noemen we dat.

Stap 1: overleg met gemeente

Voordat u een omgevingsvergunning aanvraagt, heeft u een intakegesprek met de gemeente. We toetsen uw plan dan bijvoorbeeld aan bestaand beleid, ook van andere overheden. Uit dit gesprek blijkt of uw plan al bij voorbaat op problemen stuit. Als uw plan niet haalbaar is, hoeft u ook niet in gesprek te gaan met de omgeving.

Stap 2: bepaal 'de omgeving'

Het intakegesprek was positief, u kunt verder! Bekijk eerst op wie uw plan effect kan hebben. Dit noemen we de ‘omgeving’. Denk aan omwonenden en aanliggende bedrijven, maar ook aan gebruikers van het gebied. Ga in elk geval in gesprek met alle eigenaren en gebruikers van gronden die grenzen aan of uitkijken op het plangebied.

Stap 3: nodig de omgeving uit

U bent als initiatiefnemer verantwoordelijk voor de organisatie van de participatie. U nodigt dus zelf de belanghebbenden uit voor een gesprek. Doe dit als u uw plan nog niet helemaal klaar heeft, maar wel al duidelijk kunt uitleggen wat het inhoudt. En wat de gevolgen voor de omgeving kunnen zijn. Zo zijn belanghebbenden al vroeg op de hoogte én kunt u uw plan eventueel nog aanpassen. 

Stap 4: voer het gesprek (de dialoog)

Het gesprek met de omgeving moet voldoen aan een paar eisen. Het moet echt gaan om een open gesprek tussen verschillende partijen: een dialoog. U kunt één of meer gesprekken voeren of bijeenkomsten houden. Dat kan ook online. Het mogen één-op-één gesprekken zijn of een bijeenkomst voor iedereen.

  • U legt uw plan uit en vertelt in ieder geval over de ruimtelijke impact, zoals bouwhoogtes, vormgeving, ontsluiting en parkeren en effect op groen.
  • De omgeving krijgt de kans om te reageren en input te geven.
  • U geeft aan wat u met de input doet.
  • De aanwezigen kunnen aangeven of zij hier wel of niet mee instemmen.

Stap 5: maak een verslag

Maak een verslag van alles wat u heeft gedaan om de omgeving bij uw plan te betrekken. In dit participatieverslag staat ten minste:

  • wanneer en waar/hoe u in gesprek bent gegaan;
  • wie u heeft uitgenodigd en waarom;
  • wie er aanwezig waren en wat hun rol is (bijvoorbeeld eigenaar van een naastgelegen woning);
  • wie zich hebben afgemeld;
  • een samenvatting van wat u als initiatiefnemer heeft gezegd;
  • een samenvatting van de reacties van de belanghebbenden en hoe u met deze inbreng bent omgegaan;
  • eventuele toezeggingen die u hebt gedaan.

Stap 6: stuur het verslag naar de omgeving

Past u uw plan aan door de reacties uit de omgeving? Geef dan duidelijk de wijzigingen aan. Stelt u het plan niet bij? Geef dan aan waarom niet. Stuur (per bijeenkomst) het verslag naar alle genodigden. Geef hen de ruimte om voor een bepaalde datum te reageren.

Stap 7: voeg het verslag bij uw vergunningsaanvraag

Lever het verslag aan bij de gemeente, samen met de overige gegevens voor de vergunningsaanvraag. Zet uw handtekening onder het verslag en de bijlagen. Het verslag is openbaar. De namen en adressen van de belanghebbenden zet u in een aparte bijlage. Deze is niet openbaar.

Informatie

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met gemeente@sliedrecht.nl.