Toespraak burgemeester adoptie monument Merwedegijzelaars

Toespraak burgemeester Jan de Vries bij de adoptie van het monument voor de Merwedegijzelaars – 16 mei 2025

Beste leerlingen, beste gasten, beste inwoners,

Wat bijzonder dat we hier vandaag samen zijn, bij het monument voor de Merwedegijzelaars. En wat fijn dat jullie, leerlingen van de Anne de Vriesschool, het monument dit jaar adopteren. Daarmee zorgen jullie ervoor dat we blijven herinneren wat in Sliedrecht is gebeurd, en dat de verhalen van de Merwedegijzelaars worden doorgegeven.

Ik vind het als burgemeester heel belangrijk dat we ook na 80 jaar blijven denken aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. En ik vind het heel belangrijk dat we ook stilstaan bij iets heel bijzonders: dat we al 80 jaar in vrijheid leven. Daarom herdenken en vieren we dit jaar uitgebreid.

Dat is belangrijk, want onze vrijheid is niet vanzelfsprekend. Als er een oorlog uitbreekt of wanneer mensen onderdrukt worden, mogen ze niet zichzelf zijn. Dan mogen ze bijvoorbeeld niet zeggen wat ze denken of doen wat ze willen.

Wat dat betekent, kunnen wij ons misschien moeilijk voorstellen.

Daarom wil ik jullie een verhaal vertellen. Een waargebeurd verhaal uit het boek Sliedrecht 80 jaar bevrijd, dat jullie allemaal thuis hebben. Het gaat over een jongeman uit Sliedrecht. Hij was een van de Merwedegijzelaars. Het verhaal wordt verteld door iemand die hem nog heeft gekend: Jaap Daniëlse. Ik lees een stukje voor:

“Ik herinner me Gerrit de Bruin uit de Wilhelminastraat, die mijn overbuurjongen was, nog goed. In de Tweede Wereldoorlog werd hij, in 1944, tijdens een razzia met vele andere jongemannen uit Sliedrecht door de Duitsers opgepakt. Hij behoorde tot de Merwedegijzelaars. Ik zag de vrachtwagen die door onze straat reed toen ze werden weggevoerd en zwaaide naar hem toen ik hem opeens herkende tussen al die mannen. Later vernam ik dat Gerrit de Bruin nooit meer terug zou keren naar zijn dorp. Het was de laatste keer geweest dat ik hem had gezien. Zo werd het uitzwaaien een pijnlijke herinnering.”

Als ik dit lees, raakt het me. Het maakt me verdrietig. Deze twee overbuurjongens kenden elkaar, speelden misschien samen op straat, zaten misschien bij elkaar op school. En dan ineens, uit het niets, wordt Gerrit opgepakt – niet vanwege iets wat hij gedaan had, maar als represaillemaatregel door de bezetter. Het was geen gewone razzia, het was een wraakactie. Gerrit werd weggevoerd en kwam nooit meer thuis. Misschien denk je nu: dat is lang geleden. Dat gebeurt toch niet meer?

Toch zijn er landen in deze wereld, waar ook vandaag nog kinderen, jongeren en jongemannen en -vrouwen ineens worden weggerukt uit hun gezin, uit hun straat, uit hun schoolklas en zelfs ook uit het leven. Zij kunnen niet samenspelen, naar school gaan, het beroep kiezen dat ze graag willen worden of een filmpje op YouTube kijken dat ze leuk vinden. Leven in vrede en vrijheid is voor heel veel kinderen van jullie leeftijd - voor miljoenen mensen - helaas niet vanzelfsprekend.

Dat kun je je toch bijna niet voorstellen? Daar word je stil van.

Dat is wat oorlog kan doen. En daarom is het zo belangrijk dat we blijven herdenken. Misschien heb je weleens de struikelsteen gezien die in de Wilhelminastraat is gelegd voor Gerrit de Bruin. Vanmiddag komen daar twee nieuwe stenen bij, voor de Merwedegijzelaars Cornelis de Rek en Barend de Bruin. Zo blijven we de Merwedegijzelaars eren en herinneren. En blijven we hun verhalen doorgeven.

Op 16 mei 1944, vandaag 81 jaar geleden, kwamen de Duitse bezetters plotseling de Sliedrechtse huizen, bedrijven en ook bussen binnen. In Sliedrecht alleen al werden meer dan 200 jonge mannen opgepakt.

Ze werden naar kamp Amersfoort afgevoerd. Een groot aantal kwam in de maanden daarna weer naar huis. Maar een deel van deze jonge mannen werd afgevoerd naar kampen in Duitsland. Daar leefden ze onder zeer moeilijke omstandigheden. 26 Merwedegijzelaars overleden ten gevolge van ziektes, ondervoeding, mishandeling en bombardementen. Zij kwamen nooit meer thuis. Waaronder dus ook Gerrit de Bruin.

Gerrit en alle andere gijzelaars hadden niets verkeerd gedaan. Ze waren jong, net als jullie, hadden dromen, vrienden en familie. En toch werden ze weggevoerd en gevangengenomen. Ze waren het slachtoffer van een misdadige bezetter, voor wie het leven van gewone mensen zoals jij en ik niet telde.

Vandaag staan we hier om de Merwedegijzelaars te herdenken. Omdat we hen niet willen vergeten. En omdat we willen blijven voelen wat oorlog met mensen doet – en hoe belangrijk vrede en vrijheid daarom zijn.

Wij mogen gelukkig leven in vrijheid. Jij mag zelf kiezen wat je denkt, met wie je speelt, en wat je later wilt worden. Dat is heel waardevol. Daarom gun je die vrijheid niet alleen jezelf, maar ook je vriendjes, je klasgenoten – en kinderen over de hele wereld.

We vieren dit jaar dat we al 80 jaar in vrijheid leven. Maar die vrijheid is er niet zomaar gekomen. Mensen hebben daarvoor gevochten, moeilijke keuzes moeten maken, en soms heel veel moeten opgeven, en zelfs hun leven hebben gegeven. Daarom is vrijheid iets om goed op te passen. Iets dat je moet beschermen en doorgeven.

Dat kan op allerlei manieren. Door respect te hebben voor anderen. Door op te komen voor iemand die buitengesloten wordt. Of door je stem te laten horen als iets oneerlijk voelt.

Vandaag adopteren jullie het monument voor de Merwedegijzelaars.  Daarmee laten jullie zien hoe belangrijk voor jullie het herdenken van Gerrit de Bruin en alle andere Merwedegijzelaars is.

Hiermee laten jullie ook zien, dat jullie willen opkomen voor de vrijheid. Voor de vrijheid voor jullie zelf én voor anderen. Dichtbij en ver weg. Daar ben ik trots op, daar ben ik dankbaar voor.  En het geeft mij en ons als allemaal hoop voor de toekomst.